Into the wild
Het ijzeren beveiligingshek ging langzaam open. De portier met een geweer in zijn hand stak zijn andere groetend op. Ik keek naar achter vanuit de taxi. Zeker geen verkeerd uitzicht. Een modern appartementencomplex, omgeven door een jungle van bomen. In de lucht vlogen vogels met alle kleuren van de regenboog. Tel daar een tropische temperatuur bij op en het vakantiegevoel kon beginnen. Ik vertrok alleen. Weg van het luxe appartement, waar de ouders van een vriendin sinds een paar jaar woonden. Maar vooral weg van de veiligheid. Wat die ook verder waard was. Een gouden kooi in een land waarvan ik de taal op geen enkele manier sprak en waarin ik tegelijk zo ontzettend opviel terwijl dat het laatste was wat ik wilde.
***
Wat wilde ik wel? Om eerlijk te zijn linea recta naar huis. Naar mijn familie en vrienden die ik na een maand ontzettend bleek te missen. Maar voorlopig ging ik nog niet naar huis. Ik had pas net een weekend in Costa Rica doorgebracht. De taxi begon langzaam te rijden. Ik draaide me weer om. De huizen aan weerszijden van het zandpad straalden een stuk minder rijkdom uit dan de huizen aan de andere kant van het hek.
***
Op zich mocht ik niet klagen. Tot nog toe was de hele reis, waarvan ik al jaren had geroepen dat ik die alleen wilde maken, vlekkeloos verlopen. Eigenlijk had ik ook niet anders verwacht. Hoewel ik in gezelschappen de neiging heb om snel op anderen te leunen, ben ik prima in staat mijn eigen boontjes te doppen. Enige planning was wel aan de trip vooraf gegaan. Zo had ik de eerste week met mijn moeder in New York doorgebracht: een stad met een glazen bol erover. Alles daar binnen is uniek en tegelijk zo hetzelfde. Mijn moeder en ik pasten ons direct vrijwillig aan. Na deze week sloot ik mij aan de andere kant van het continent aan bij een georganiseerde tour. Zij het een stuk minder vrijwillig toen bij aankomst bleek dat de groep uit maar liefst acht vrouwen en slechts één man bestond. Ik had op iets meer variatie gerekend.
***
De taxi reed inmiddels door een doolhof van armoedige straatjes. Ik werd weemoedig van de chaos. Hoe irritant ik mijn gezelschap ook had gevonden, de tourbus bracht mij in drie weken tijd keer op keer naar de meest mooie én rustgevende stukjes natuur van West-Amerika. Nu zat ik meer dan 5000 kilometer ten zuiden van dat alles. De taxi stopte en de taxichauffeur wees naar een vervallen gebouwtje waar omheen mensen, auto’s en bussen krioelden. Ik begreep dat dit het busstation moest zijn. Van hieruit zou ik vertrekken richting La Fortuna: het – naar het scheen – zo mooie vulkaandorpje van Costa Rica. Mijn laatste geplande zekerheid voor de komende twee weken. Ik gaf de taxichauffeur het geld dat ik van tevoren al zorgvuldig in mijn broekzak had opgeborgen, checkte nog één keer het slotje aan mijn rugzak en stapte uit.
*****